Je bekijkt nu Maatwerk

Maatwerk

Gelijkheid verdraagt geen maatwerk. Maatwerk ondermijnt de rechtsgelijkheid en solidariteit. Het is precies omgekeerd. Gelijkheid en solidariteit zien af van maatwerk. Voor gelijkheid en solidariteit maakt het niet uit welke maat je hebt.

Morele beginselen leggen minima vast. Zij stellen grenzen waar je niet buiten mag treden, en niet onder mag zakken. Zij doen dat ten aanzien van minima voor vrijheid, rijkdom en geluk. Gelijkheid heeft betrekking op deze grenzen. Voor deze grenzen, voor deze wet, is ieder gelijk. Daarboven mag je variëren en is maatwerk toegestaan. Daaronder niet.

De roep om maatwerk rommelt aan deze grenzen, aan deze wetten, aan deze verplichtingen. ‘Ieder kind veilig’ is bijvoorbeeld geen maatwerk’. Deze morele wet, dit beginsel, drukt een verplichting uit ten opzichte van alle kinderen. Geen enkel kind uitgezonderd. Als we zouden zeggen dat alle kinderen recht hebben op veiligheid, maar sommigen meer dan anderen, dan leidt dat tot ongelijkheid.

Zo ook bij arbeidsongeschiktheid. Ieder heeft recht op een compensatie bij arbeidsongeschiktheid. Maar laag opgeleiden met werk dat het minst betaald wordt (hoewel dat tegenwoordig ‘vitaal’ heet), worden er het meest van uitgesloten. Zij krijgen wanneer zij ‘<35%’ zijn, geen compensatie voor arbeidsongeschiktheid, maar vanwege werkloosheid, bijstand, of als zij pech hebben helemaal niets. Maatwerk voor deze werkende mensen schept ongelijkheid, ondergraaft solidariteit en bewerkt sociaal lijden. Het sluit ze de facto uit van het recht op uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Zij zijn minder gelijk dan anderen.

Dus de gelijkheid ten aanzien van morele wetten, of morele beginselen, is fundamenteel. Het vastleggen van de morele wet ook. Pas dan mogen we werken aan ongelijkheid. Dan is maatwerk toe gestaan. Maar welk soort maatwerk is dan toegestaan?

In de eerste plaats maatwerk voor degenen waarvan de formele gelijkheid gerespecteerd is, maar die niettemin het meest kwetsbaar zijn. Dus het meest te lijden hebben van de materiële ongelijkheid in de samenleving. Bijvoorbeeld: alle kinderen veilig, maar dan moet onze aandacht vervolgens uitgaan naar die kinderen die het meest kwetsbaar zijn, en van wie we de veiligheid het moeilijkst kunnen waarborgen. Of, iedere arbeidsongeschikte heeft recht op een uitkering, maar de steun moet vooral uitgaan naar degenen voor wie de kansen op de arbeidsmarkt het kleinst zijn, die het slechtst betaald worden, en het laagst zijn opgeleid.

Maatwerk is niet alleen slecht voor een solidaire en medemenselijke samenleving, het leidt ook nog eens tot een oeverloze bureaucratie, professionele overbelasting en ondermijning van het vertrouwen in de overheid. Street-level bureaucrats moeten in steeds minder tijd beslissingen nemen om zich voor een al maar meer willen wetende overheid te verantwoorden. Voor je het weet teken je maar bij het kruisje, want schijnverantwoording is altijd nog beter dan geen verantwoording. Komt het uit, dan is het land te klein, en wordt het vertrouwen in de overheid opnieuw beschadigd.

Dus de moraal van dit verhaal is: schaf maatwerk af. Het is de wortel van het kwaad. Het leidt tot ongelijkheid, ondermijnt solidariteit en pakt voor de meest kwetsbare medeburgers vaak slecht uit. Het zorgt voor een oeverloze bureaucratie en overbelaste professionals. Last but not least: het ondergraaft het vertrouwen in de overheid.